zaterdag 14 december 2013

Dialoog van Sociale Driegeleders in Barchem























Nederlands-Duits Driegeledersweekend.

Eind mei en begin juni van dit jaar vond een ontmoeting plaats in het oosten van het land om precies te zijn in Barchem in een Woodbrookers accommodatie. Daar ontmoetten jonge driegeleders uit beide landen elkaar om hun contacten te versterken en hun inzichten te verdiepen. Het is de derde keer dat een dergelijke ontmoeting is georganiseerd door Martijn Mullink.









Foto: Inleiding van het weekend door Martijn Mullink.

Spreekbeurt Jac Hielema


























Vanuit Nederland waren John Hogervorst, Jac Hielema en ondergetekende aanwezig. De eerst genoemde beide heren hielden ook ieder een spreekbeurt.
Vanuit Cottbus (bij Berlijn) waren Thomas Brunner en Clara Steinkellner (zijn levenspartner) aanwezig. Daarnaast waren ook aanwezig Ralf Gleide en Jens Göken. De organisatie was in handen van de uit Nederland afkomstige Martijn Mullink die al jaren geleden verhuist is naar Cottbus in Duitsland en daar als kinderpsycholoog actief is.


Spreekbeurt John Hogervorst












































Thomas Brunner en zijn partner Clara hebben in Cottbus een “Freie Bildungstiftung” opgezet om het Vrije geestesleven nieuwe impulsen te geven. Jaarlijks organiseren zij tijdens de zomervakantie een week lang een “Freie Sommeruniversität” waar politieke, filosofische lezingen afgewisseld worden met toneel- , euritmie- en muziekuitvoeringen.
Daarnaast hebben ze ook een eigen uitgeverij opgezet met de naam “Edition Immanente”. Zie ook recente publicaties http://www.edition-immanente.de/

John Hogervorst, hoofdredacteur van het Tijdschrift Driegonaal en van uitgeverij Nearchus in Assen begon het studieweekend met het thema: " Mens en crisis, sociale driegeleding als antwoord van het ik ".
Meer informatie over het tijdschrift is te vinden op http://www.driegonaal.nl/ en http://www.nearchus.nl/actueel/1181-inkomensverdeling/
Daarna volgde op zaterdag Jac Hielema met zijn lezing “De Christologische grondslag van de sociale driegeleding”. Jac sprak zeer gemakkelijk Duits omdat hij in zijn puberteit ook in Oost-Duitsland op school heeft gezeten. Hij is mede-oprichter geweest van de website en digitale krant de Aardespiegel.
Na de twee Nederlandse inleidingen, die ook grotendeels in het Duits gegeven werd, volgde Thomas Brunner met “Vrij Geestesleven als orgaan van het kapitaalbeheer”. Clara Steinkellner nam de slotlezing voor haar rekening over Menschenbildung



Twee verschillende volkszielen zetten zich duidelijk verschillend uiteen met een thema als sociale driegeleding, maar daarom is een rechtstreekse ontmoeting en dialoog heel bijzonder.






















foto: Een groepje vooral Nederlandse toehoorders.


Tussen de lezingen door werd er ook druk gediscussieerd.



















De auteur voor de Humboldt Universität in Berlin en was ooit het voorbeeld van een vrij geestesleven.

maandag 19 september 2011

Einde Sociale Driegeleding

Sociale Driegeleding wordt Maatschappelijke Driegeleding

Hieronder volgt een citaat uit de digitale nieuwsbrief van de Werkgemeenschap voor Sociale Driegeleding van September/Oktober:

Tijdens de jaarvergadering van de Werkgemeenschap
in juni j.l. is op initiatief van Rob Hesper voorgesteld de
term ‟sociale driegeleding‟ niet meer te hanteren. Daar-
voor in de plaats zou ‟maatschappelijke driegeleding‟ de
lading veel beter dekken. “En dan word je ook begre-
pen”, beargumenteerde Rob Hesper. Door de aanwezi-
ge leden is – na een uitvoerig gesprek – zijn voorstel
aangenomen. Dit heeft ook consequenties voor de
naam van de Werkgemeenschap, zoals in de kop hier-
boven tot uitdrukking is gebracht: Werkgemeenschap
voor maatschappelijke driegeleding
.”

Als reactie heb ik de mandaatgroep meteen laten weten dat ik heel tevreden ben met deze naamswijziging die ik ook al in mijn boekje “Trias Politica Ethica “ heb voorgesteld en consequent heb gebruikt. Naar mijn mening is de term sociale driegeleding inderdaad een germanisme en roept onnodig veel misverstanden op.

De consequentie hiervan is dat ik op dit weblog verder geen artikelen meer zal plaatsen en graag doorverwijs naar mijn andere weblog maatschappelijke driegeleding zie http://driegeleding.blogspot.com/

woensdag 10 augustus 2011

Nieuw boekje over Sociale Driegeleding


“Vrij, Gelijk en Samen: op weg naar een betere wereld”
een boekbespreking

Met deze titel is deze zomer een boekje verschenen bij Uitgeverij Nearchus waarin twee vertaalde lezingen zijn opgenomen van Rudolf Steiner uit 1920 (Zürich) en 1922 (Wenen) over zijn maatschappijvisie de Sociale Driegeleding.
De titel van de eerste lezing luidt dan ook Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap waarmee niet alleen de idealen van de Franse Revolutie werden bedoeld maar ook de kernwaarden die volgens Rudolf Steiner leidend zouden moeten zijn in het Geestesleven (Onderwijs, Wetenschap, Kunst en Cultuur), het Rechtsleven (democratie en rechtspraak) en het Economisch leven.

De eerste lezing begint met het maken van een onderscheid tussen maatschappijprogramma’s en utopieën. Steiner waarschuwt voor de veelvuldig in zijn tijd voorkomende sociale programma’s gebaseerd op idealen, die echter feitelijk een utopie (een illlusie of een volmaakte toestand die niet te bereiken is) zijn. Hij doelde daarmee op het Leninistische Marxisme dat de basis legde voor de Russische Revolutie in 1917. De Staatsgeleide economie en het communisme hebben niet tot de beloofde verbeteringen geleid en stortte in de jaren 90 van de vorige eeuw totaal in. Steiner heeft op meer plaatsen aangegeven dat zijn idee van de sociale driegeleding het alternatief moest zijn voor het 14-puntenplan van de Amerikaanse President Wilson. Deze wilde na WOI aan alle volkeren een zelfbeschikkingsrecht geven, maar bleek praktisch onuitvoerbaar en juist aanleiding te worden voor wereldwijde onlusten en oorlogen. “Het principe van één volk, één staat is de splijtzwam waarlangs onderdrukking, opstand, dictatuur en etnische zuivering zich een weg banen”. Het programma van Wilson is feitelijk een utopie gebleken, net als het kapitalisme zoals Hans Achterhuis recent in zijn boek “De utopie van de vrije markt” heeft aangetoond. Lees ook het nieuwe boek van Maarten van Rossem: Kapitalisme zonder grenzen: opkomst en ondergang van het marktfundamentalisme”.

Het communisme, marxisme en het kapitalisme of neoliberalisme zijn utopieën die met hun abstracte idealen feitelijk destructief werken in de samenleving.
De sociale driegeleding is daarentegen bedoeld als een concrete en realistische maatschappijvisie die aansluiten bij de eeuwenoude ontwikkelde historische Europese waarden en ze een “rechtmatige” plaats geeft in de samenleving.
We zullen,zo zegt R.Steiner, ooit inzien dat deze maatschappijvisie de enig juiste en noodzakelijke is voor de ontwikkelde westerse samenleving.
De maatschappelijke driegeleding is geen utopie en ook geen sociaal programma. Het geeft alleen “een speciale manier aan waarop mensen in de samenleving kunnen samenwerken”.
De mensen zelf zullen deze manier samen moeten realiseren zodat het een praktische werkelijkheid kan worden.

Aan het einde van de 2e lezing zegt Steiner letterlijk dat zijn maatschappijvisie juist het zelfbeschikkingsrecht bij het individu wil leggen. Het individu dat in de samenleving zijn rechtmatige rol kan vervullen als mondige democratische burger met stemrecht in een democratie, als vrij individu die zich volledig kan ontplooien in het geestesleven en als verantwoorde medewerker en ondernemer die een bijdrage levert aan het ontwikkelen van een solidaire economie.

In twee kleine hoofdstukken aan het einde van het boekje beschrijft John Hogervorst allereerst de historische context waarin R.Steiner zijn ideeën presenteerde en in het laatste hoofdstuk geeft hij in het kort weer hoe R.Steiner in 3 jaar tijd geprobeerd heeft deze ideeën bij de juiste personen te introduceren in de hoop dat zij het concept zouden omarmen en invoeren.
R.Steiner kwam voor het eerst in 1917 met zijn maatschappijvisie naar buiten, dus nog tijdens de Eerste Wereldoorlog en in het zelfde jaar als de Russische Oktoberrevolutie.

De eerste basisgedachten waarvan R.Steiner zelf zei dat hij er ruim 20 jaar over had nagedacht, werden gepresenteerd in twee zogenaamde Memoranda op verzoek van hooggeplaatste personen en waren bestemd voor het Duitse en Oostenrijks-Hongaarse Hof.
Zo komt R.Steiner in 1918 in contact met prins Max von Baden die later op 3 oktober 1918 rijkskanselier van Duitsland wordt. Met hem bespreekt hij uitgebreid de Memoranda waarin het idee van de Sociale Driegeleding uiteen wordt gezet. Van Baden is onder de indruk maar bij de eerste redevoering als Rijkskanselier blijkt dat hij het niet heeft overgenomen. Ruim een jaar later moet von Baden als Rijkskanselier alweer aftreden net als de Duitse keizer als gevolg van een revolutie in Berlijn. In dat jaar werden ook Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg (Marxistische leiders) vermoord. De partijen die voor een parlementair- democratische republiek kiezen in januari 1919 behalen een meerderheid en vormen een nieuwe nationale regering. Eind april 1919 verschijnt het boekje van R.Steiner “Kernpunten van het sociale (lees maatschappelijke) vraagstuk” waarin hij een uitwerking geeft van zijn maatschappijvisie. Hij verblijft tot augustus in Zuid- Duitsland en geeft daar veel voordrachten en discussieavonden over de sociale driegeleding. Er worden tienduizenden exemplaren verkocht van het boekje. Er wordt een Bond voor Sociale Driegeleding opgezet met een eigen tijdschrift dat wekelijks verschijnt en duizenden abonnees heeft. In 1919 verschijnt ook de eerste Engelse vertaling van het boekje.

Na het eerste brede enthousiasme ontstond echter steeds meer tegenwerking van conservatieve politici en vanuit de socialistische beweging. Eind 1919 realiseert R.Steiner zich dat het niet gelukt is voldoende draagvlak te verwerven voor zijn maatschappij ideeën en gaat hij zich intensief bezig houden met de oprichting van een nieuwe onderwijssoort, de Waldorfschule, die in Nederland als Vrije Scholen bekend zijn geworden. Hij hoopte dat via die weg de sociale driegeleding ooit gerealiseerd zou worden. Eind 1919 schrijft hij aan een bekende “dat het niet gelukt is omdat de mensen deze nieuwe gedachten nog niet kunnen opnemen. Kennelijk moet de nood eerst nog groter worden voordat de kiem van de sociale driegeleding zal opgroeien”. Een ding is echter zeker: zonder sociale driegeleding gaat het niet!”.

Zou de wereldwijde economische en financiële crisis van 2008 (dus 91 jaar na het lanceren van de sociale driegeleding) een nieuwe kans zijn? Steeds meer politici en wetenschappers onderschrijven het utopische karakter van het huidige neoliberalisme die de samenleving grote schade heeft toegebracht. We hebben behoefte aan een nieuwe maatschappijvisie voorbij communisme en kapitalisme en dat is de maatschappelijke driegeleding!

woensdag 6 juli 2011

Neoliberalisme voorgoed onderuit.

Onderstaand artikel is ook gepubliceerd in het tijdschrift Apokalyps Nu, Herfst 2011

“Kapitalisme zonder remmen” van Maarten van Rossem
een boekbespreking.



In een prettig leesbaar boekje van ruim honderd bladzijden beschrijft van Rossem een korte historie van de ontwikkelingen in de Amerikaanse politiek en de financiële sector die bijgedragen hebben aan de huidige economische crisis. Als historicus doet hij dat met grote nauwkeurigheid waarbij hij de kern van het financiële en economische wereldje blootlegt alsof het gewoon een geschiedenisles is. Hij heeft zich goed verdiept in de innovatieve financiële producten zoals de credit default swaps (cds) en collateralized debt obligations(cdo) en weet die beter uit te leggen dan menig econoom zou kunnen. Deze producten hebben de crisis veroorzaakt en werden daarom door de succesvolle belegger Warren Buffett ook wel financiële massavernietigingswapens genoemd.
Van Rossem maakt echter ook duidelijk dat door de deregulering van de Amerikaanse overheid de financiële wereld bijna de volledige vrijheid had . Verder heeft het toezicht van de Fed maar ook dat van de kredietbeoordelaars zoals Standard & Poor en Moody volledig gefaald .

De auteur is bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht en gespecialiseerd in de moderne Amerikaanse geschiedenis. Daardoor lijkt hij beter dan een politicus of econoom in staat om een volledig historisch beeld te schetsen van het complexe Amerikaanse politieke systeem.
Zo legt hij bijvoorbeeld uit dat de Amerikaanse Senaat bestaat uit 100 leden, waarbij iedere staat met twee leden vertegenwoordigd is. Daarbij hebben dunbevolkte staten dus meer zeggenschap als dichtbevolkte staten. In het uiterste geval leidt dat ertoe dat 17% van de bevolking, afkomstig uit plattelandsstaten een meerderheid in de Senaat kan kiezen.
Daar komt bij dat in de praktijk pas besluiten genomen worden als 60% van de Senaatsleden voor stemt. Bij een kleinere meerderheid is men bang voor eindeloos gedebatteer. Zo kan een kleine partij als de kringen rondom de Teaparty en de conservatieve republikein Sarah Palin, die op minder dan 20% steun van de bevolking kan rekenen, toch de meerderheid als het ware gijzelen. Van Rossem gelooft daarom niet dat de juiste lessen uit eerdere crises zijn getrokken en dat de Amerikaanse politiek de noodzakelijke besluiten zal nemen om dit in de toekomst te voorkomen. Er zullen helaas dus nog meerdere financiële en economische crises volgen.
De volksvertegenwoordiging, zo laat de geschiedenis zien, stemt wel vlot voor belastingverlaging maar vrijwel nooit voor belastingverhoging. Al noemt van Rossem dat niet maar uit een recent overzicht van de NRC is ook gebleken dat de Senaat vrijwel geheel uit miljonairs en miljardairs bestaat. Die houden het geld liever zelf dan het af te staan aan de overheid.

Van Rossem komt ook met een verrassende analyse waaruit blijkt dat Democraten niet per se links zijn (en voor een sterkere overheid) en Republikeinen rechts zijn (en voor een kleinere overheid).Zo blijkt dat de democratische presidenten Carter en later ook Clinton meerdere wetten hebben ondertekend die de deregulering van de financiële markten versterkte. Het waren dus niet alleen Reagan and Thatcher als belangrijkste pleitbezorgers van het neoliberalisme, zoals meestal wordt beweerd. Het omgekeerde is echter ook waar. Zo was Richard Nixon, een republikeinse president die Keynes juist op handen droeg en dus een belangrijke sturende rol bij de overheid neerlegde. Nixon kwam met een Tax Reform Act in 1969 en dat was een progressieve belastinghervorming. Nixon installeerde meerdere regelgevende instanties zoals de Environmental Protection Agency, de National Traffic Safety Commission, de Occupational Safety and Health Administration, de Consumer Product Safety Commission en de Mine Safety and Health Administration.
De huidige democratische president Obama realiseerde zich na de crisis dat de huidige situatie erop neer kwam dat de winsten geprivatiseerd werden en de verliezen gesocialiseerd. Dankzij de steun van zijn economische adviseur Paul Volcker kwam Obama met een zeer ingrijpend wetsvoorstel om de banken en het financiële verkeer streng te reguleren. Volcker was een gematigd democraat en de voorganger van Alan Greenspan als president van de Fed gedurende de periode 1979-1987. De nieuwe wetten zijn de boeken ingegaan als de Dodd-Frank Wall Street reform and consumer protection act en werden door het congres aangenomen op 21 juli 2010.
Belangrijkste vernieuwingen waren:
1.Een nieuw financieel toezichtsorgaan met de naam financial stability oversight council.
2.Meer regulering voor de financiële markten en de hedgefondsen.
3.De derivatenhandel werd aangepakt en mogen alleen nog maar verhandeld worden via de beurs en onder toezicht.
4.Banken zijn verplicht een soort testament te schrijven met daarin de mogelijkheid van een ordelijke liquidatie.
5.Aan hypothecaire leningen worden strengere eisen gesteld en de consumenten worden beter beschermd tegen financiële producten.
Helaas is deze wetgeving niet zo streng als de Glass-Steagall Act waarin er ook een scheiding was tussen risicovolle zakenbanken en risicomijdende spaar- en depositobanken. Volcker wist wel voor elkaar te krijgen dat spaar- en depositobanken niet meer dan 3% van hun eigen vermogen voor speculatieve handel mogen gebruiken (Volcker rule). De republikeinen hebben echter al laten weten de uitvoering van deze nieuwe wetten op allerlei manieren te zullen blokkeren.
Zo hebben deze nieuwe wetten ook niet kunnen verhinderen dat de bankenbonussen in 2010 weer torenhoog en excessief waren en dat de grote banken nog groter zijn geworden tijdens de financiële crisis.
Van Rossem laat hiermee zien dat hij de politieke geschiedenis van de VS goed heeft bestudeerd!

Het neoliberalisme is een marktfundamentalisme, zoals van Rossem het noemt, waar de meeste politici heilig in geloofden. Zo concludeerde ook SP-Tweede Kamerlid Jan de Wit met zijn onderzoekscommissie dat iedereen medeschuldig was aan de huidige kredietcrisis en dat er geen hoofdschuldige was.
Als ideologen van het neoliberalisme beschrijft hij uitgebreid Hayek en Milton Friedman (Chicagoschool) en verder noemt hij alleen Ayn Rand. Die laatste komt uitgebreid aan bod in het nieuwe boek van Hans Achterhuis “De utopie van de vrije markt” dat in 2010 is verschenen. Ayn Rand was de belangrijkste inspirator voor Alan Greenspan, de president van de Federale Amerikaanse Banken (Fed). Greenspan hield lange tijd de rente erg laag waardoor er goedkoop geleend kon worden en hij zag geen gevaren in de complexe financiële producten. Pas tijdens een openbare hoorzitting van de senaat erkende hij dat hij zich sterk vergist had.
Het belangrijkste boek van Rand “Atlas shrugged”(vertaald als “Atlas in staking”) uit 1957 was in de V.S. een bestseller. Alleen de Bijbel werd in de afgelopen decennia meer verkocht. Friedman en Hayek waren echter Nobelprijswinnaars en hadden daardoor ook grote invloed. Zo was Friedman ook jarenlang een belangrijke economische adviseur van Reagan. Veel uitgebreider dan van Rossem heeft gedaan beschrijft Naomi Klein in haar boek “De shockdoctrine” de rol van Milton Friedman en zijn Chicagoschool. Van Rossum noemt Klein en Achterhuis helaas niet in zijn lijst van geraadpleegde literatuur, terwijl het toch lijkt dat hij er kennis van heeft genomen want hij noemt het neoliberalisme ook een soort van shocktherapie. Toch vullen de visies elkaar prima aan.
Hayek was de belangrijkste inspiratiebron voor Thatcher, die zijn boek “Constitution of Liberty” in haar tas bij zich droeg.

Op zijn eigen manier maakt van Rossem duidelijk dat het neoliberale denken simplistisch is en ook niet klopt. De economie en de financiële markten kunnen niet goed functioneren zonder spelregels en begrenzingen opgelegd door de overheid om de samenleving, de burgers en consumenten te beschermen. Er moet een nieuwe balans gevonden worden tussen de vrije markt, de burgermaatschappij en de staat. De maatschappijvisie van R.Steiner, beter bekend als Sociale Driegeleding geeft daar bruikbare bouwstenen voor.
Mooi is vooral ook het taalgebruik in het boekje. Zo noemt hij Greenspan : “de goddelijke hogepriester van het marktfundamentalisme” of ”Marktwerking als paradijselijke tucht van modern management”.
In een apart hoofdstuk beschrijft van Rossem dat Europa meerdere vormen van kapitalisme met een menselijk gezicht (beschermende sociale voorzieningen) heeft ontwikkeld, die de economische groei niet hebben gehinderd en juist veel welvaart hebben gebracht. Dit boek bewijst ook het gelijk van Jan Marijnissen (zie boek “Tegenstemmen” uit 1996) en de standpunten van de SP bij hun verzet tegen deregulering voor de economie en verdere marktwerking in de zorg of het onderwijs.
Van Rossem heeft met dit boekje bewezen niet alleen verstand te hebben van geschiedenis maar ook van economie en politiek. Het is een aanrader juist voor economen en politici!

dinsdag 1 februari 2011

Een decennium Kleisterlee

Gerard Kleisterlee 10 jaar CEO bij Philips!

Binnenkort neemt Gerard Kleisterlee afscheid als president-directeur bij Philips.
Hij was de opvolger van Cor Boonstra die in 2000 in opspraak raakte vanwege een tweetal rechtzaken voor aandelenhandel met voorkennis.
Boonstra had, als commissaris bij Ahold, gehandeld in aandelen Ahold zonder dit te melden. Dat leverde uiteindelijk een veroordeling en boete op van € 135.000. Dat is natuurlijk een schijntje gezien zijn geschatte vermogen van € 90 miljoen.
In een andere rechtzaak ging het om aandelen Endemol die Boonstra op een cruciaal moment verhandelde kort voordat bekend werd dat Endemol overgenomen zou worden door het Spaanse Telefónica. Hij zou deze informatie gekregen hebben van zijn toenmalige vriendin Sylvia Tòth, die commissaris was bij Endemol. Hieraan heeft hij enkele honderd duizenden Euro’s verdiend. In de rechtzaken (ook hoger beroep) kwam het echter niet tot een veroordeling vanwege een gebrek aan bewijs. Natuurlijk zijn er geen notulen of bandopnamen van privégesprekken. Feitelijk had Boonstra wel veroordeeld moeten worden want er was gerede twijfel.
Bij een topman, met een voorbeeldfunctie, hoort onbesproken gedrag de norm te zijn!

Boonstra was ooit de medeoprichter van de SRV (inderdaad, de rijdende kruidenier). Een typische kruidenier let vooral op de kleintjes en in dit geval vooral zijn eigen financiële voordeeltjes. Daarna maakte Boonstra carrière bij Sara Lee en werd door Jan Timmer naar Philips gehaald, waar hij tot 2001 president-directeur is geweest. Philips had een imagoprobleem en Boonstra moest dit oppoetsen met een nieuwe
PR-campagne. Zo bedacht hij de slogan: “Let’s make things better”!
Het is wonderlijk hoe een kruidenier met een commerciële neus een high-tech bedrijf als Philips kan runnen. Een bekende uitspraak van Boonstra was dat hij het als zijn taak zag om “het bord met spaghetti (= Philips) te ontwarren”.
In de 5 jaar als bestuursvoorzitter heeft Boonstra wel de beurswaarde van het Philipsaandeel kunnen vervijfvoudigen, iets wat Kleisterlee helemaal niet is gelukt.

Kleisterlee heeft sinds 1974 bij Philips gewerkt en dus een lange staat van dienst met 37 dienstjaren. Hij heeft ook een technische achtergrond met afgeronde studie Elektrotechniek bij TU/e.
De NRC heeft zaterdag 29 januari 2011 in een artikel de bedrijfscijfers, gedurende die 10 jaar dat Kleisterlee president-directeur was, op een rijtje gezet.
De omzet daalde in 10 jaar tijd met ruim 20% tot € 24,4 miljard, de beurswaarde halveerde bijna tot € 22,8 miljard. Alleen de winstcijfers laten een groei zien van een verlies van € 2,5 miljard in 2001 tot € 1,5 miljard winst in 2010.
Dat is echter geen topprestatie als je daarbij bedenkt dat Kleisterlee in die tijd wel het personeelsbestand heeft afgeslankt met bijna 40% tot 119.000 werknemers.
Natuurlijk heeft Kleisterlee ze niet allemaal ontslagen, maar heeft hij veel Philips- onderdelen afgestoten of verkocht. Toen Kleisterlee begon in 2001 waren er nog ruim zes divisies en die zijn inmiddels teruggebracht naar drie, te weten healthcare, consumer lifestyle en lighting. Door de verkoop van bedrijfsonderdelen boek je eenmalig een flinke winst en als je daarnaast nog bezuinigd op de personeelslasten doordat je veel minder werknemers hebt, is dat geen topprestatie.
De beloning van Kleisterlee over die 10 jaar is wel heel riant geweest. Volgens het NRC ging het om € 25 miljoen in 10 jaar, waarvan 10 miljoen als salaris en de rest als bonussen (€ 8,4 miljoen), onkosten(?), verzilverde opties en aandelen in portefeuille. Kleisterlee heeft er ook voor gezorgd dat ondanks de daling van de beurskoers de aandeelhouders (waaronder hijzelf) niet tekort kwamen.
Hij verdubbelde het dividend in 10 jaar tijd!

De NRC redacteur kwalificeerde Kleisterlee als een stevige verbouwer die de organisatie flink heeft gestroomlijnd. Het stroomlijnen, afslanken en kleiner maken van een organisatie of kortweg saneren lijkt mij echter geen topprestatie!
De Raad van Commissarissen gaat echter over het toekennen van prestatiebonussen en volgens hun criteria heeft Kleisterlee kennelijk de bonussen wel verdiend.
Groei, aandeelhouderswaarde en rentabiliteit waren kennelijk geen prestatievereisten. In een “old boys network” gun je elkaar tenminste wat!
Het Philips van tegenwoordig lijkt in weinig meer op de sociale onderneming van de vorige eeuw . Toen zorgde Philips behalve voor werk en arbeidsvoorwaarden ook voor huisvesting, gezondheidszorg, verzekeringen, sportvoorzieningen en zelfs studiebeurzen voor kinderen van medewerkers.
Nu lijkt het motto alleen nog maar “lean” en dus ook “mean”!

dinsdag 14 december 2010

Overheid spreekbuis van bedrijfsleven

Onderstaand artikel is ook verschenen op de SP-website, afdeling Eindhoven, in de rubriek Ingezonden vanaf 20 december 2010








                                                               Nieuwe kabinet lobbyist van het bedrijfsleven!
Het is een publiek geheim dat VNO voorzitter Bernard Wientjes druk gelobbyd heeft tijdens de lange periode van de formatiebesprekingen. In een NRC artikel bekende hij later openlijk dat veel van zijn punten terecht zijn gekomen in het huidige regeringsakkoord. Zo is ook openlijk door het VNO gezegd dat zij CDA-voorman Maxime Verhagen heel graag als minister van Economische Zaken zagen en dat gebeurde ook.
Dit ministerie moest veel sterker en machtiger worden als tegenhanger van het allesbepalende ministerie van Financiën.
Op vele beleidsterreinen zien we de gevolgen:
- Ontwikkelingssamenwerking moet minder, maar vooral ook in dienst staan van het bedrijfsleven. Armoedebestrijding is prima als het Nederlandse bedrijfsleven er maar van profiteert.








 
 
 
 
 
 
 
- Eenzelfde tendens zien we bij het Ministerie van Buitenlandse zaken waar Uri Rosenthal (VVD) momenteel minster is. Zo heeft hij aangegeven dat het buitenlandse beleid vooral gericht moet zijn op de belangen van mensen én de economie. Dus geen gezeur meer over mensenrechten maar commerciële opdrachten binnenhalen. De ambassades moeten nog meer dan ze al deden contacten leggen en deuren openen voor het bedrijfsleven. Rosenthal is een vurig pleitbezorger van Israël en nog meer dan Verhagen dat al was. Helaas voor het Palestijnse volk dat de terreur en onderdrukking van Israël nog langer moet verdragen. Juist deze week deed een groep van oud-politici (o.a. van Agt en Solana) een oproep aan Europa en de Europese Commissie om één blok te vormen en sancties te gaan opleggen aan Israel . Door deze dwang zijn ze misschien meer geneigd om weer aan de onderhandelingstafel zitting te nemen, wat de VS maar steeds niet lukt.
- De grote bezuinigingen op onderwijs, wetenschap & cultuur spelen het bedrijfsleven direct in de kaart. Geen concurrentievervalsende subsidies meer!
- Bezuinigen op NGO’s en Milieugroeperingen komt het bedrijfsleven ook goed uit want zij frustreren bedrijven vaak met inspraakprocedures en blokkeren vergunningen. Geen gesubsidieerde oppositie meer voor het bedrijfsleven!
- Op sociaal-maatschappelijk gebied staat ons ook veel te wachten. De verhoging van de pensioenleeftijd komt de pensioenfondsen en het bedrijfsleven goed uit, want er dreigt een grote werkeloosheid door de komende vergrijzinggolf. Meer vraag dan aanbod van arbeid zal de lonen doen stijgen en dat is nadelig voor de concurrentiepositie (én de winsten van het bedrijfsleven).
Gelukkig en misschien dankzij de PVV is een verdere uitholling van het ontslagrecht nog niet afgesproken, maar zijn grote bezuinigingen op sociale werkplaatsen wel opgenomen.
 
Schrijnend als je dat afzet tegen het niet aanpakken van de hypotheekaftrek voor de hoogste inkomens , geen bankenbelasting en zelfs een belastingverlaging voor bedrijven!
Zoals er een scheiding is tussen Kerk en Staat, zo moet er ook een scheiding komen tussen Staat en Economie. De Staat, de overheid is de wettige vertegenwoordiger van de bevolking en moet opkomen voor de belangen van de hele samenleving en dus niet als een buikspreker en belangenbehartiger van het bedrijfsleven!
 
Helaas zien wed dat ook terug bij de formatiebesprekingen tussen VVD, CDA, D66 en CU in 2017.
Ook toen kwam als een konijn uit de hoed, het voorstel van de VVD (Rutte) namens de kersverse coalitie om de vennootschapsbelasting deels kwijt te schelden (aan buitenlandse investeerders). Een cadeautje van € 1,4 miljard ten nadele van de schatkist, terwijl er een schreeuw vanuit de samenleving is om de salarissen in de zorg, het onderwijs, defensie wat te verhogen. Jammer dan, de VVD danst liever naar de pijpen van het VNO/NCW. 

donderdag 21 augustus 2008

Sociale Driegeleding en Driehoek van Sierpinski




De Sociale Driegeleding heeft ook een wiskundige vorm.

Dit artikel is gepubliceerd op de website www.antrovista.nl sept./okt/2008

Al langere tijd was ik op zoek naar een geschikte vorm of model om het concept van de sociale driegeleding visueel weer te geven. Uiteindelijk ben ik uitgekomen bij de fractal driehoek van Sierpinski. Deze Poolse wiskundige (1882- 1969) was deels een tijdgenoot van R.Steiner. In 1915 beschreef hij in een publicatie (*) deze bijzondere driehoek die als een voorloper van de fractals is te beschouwen. Enige jaren later vanaf 1919 beschreef R.Steiner (1861-1925) zijn ideale visie op de samenleving en noemde dat Sociale driegeleding.
In de samenleving heb je volgens R.Steiner drie geledingen te weten het rechtsgebied, het economische gebied en het sociaal maatschappelijk (of geestes-)leven. In iedere geleding hoort een kernwaarde het belangrijkste principe te zijn . Dat zijn dus respectievelijk Gelijkheid, Broederschap of Solidariteit en Vrijheid (ook ontleent aan de idealen van de Franse Revolutie). Hij noemde het bewust niet sociale of maatschappelijke driedeling omdat deze gebieden niet van elkaar te scheiden, maar wel te onderscheiden zijn.
Ook in ieder afzonderlijk gebied heb je dus ook weer deze drie principes of waarden waarbij er echter één het leidende beginsel of kernwaarde is. Daarnaast is het zo dat deze driegeleding niet alleen op mascroschaal (de samenleving als geheel) maar ook op meso- (denk aan bedrijven of organisaties) en op microschaal (denk aan gezin of vereniging) bestaat.
In ieder gebied van macro tot microschaal heb je dus steeds deze drie aspecten of waarden (gevisualiseerd als hoekpunten) die je in je overwegingen moet betrekken.
* W. Sierpiński, Sur une courbe dont tout point est un point de ramification, C. R. Acad. Sci. Paris 160(1915) page 302-305


In het economische leven waar dus het leidende principe solidariteit of broederschap zou moeten zijn hebben je echter ook te maken met rechtsvraagstukken(met als uitgangspunt gelijkheid) zoals arbeidstijden, vakantiedagen, werkweken, minimumlonen, aanname- en ontslagbeleid (volgens het niet-discriminatie principe) voor werknemers.
Ook werkgevers hebben te maken met vele wetten (belasting, milieu, economische mededinging etc.
Daarnaast het je in het economische gebied ook te maken met een stukje geestesleven waar juist de vrijheid het belangrijkste principe zou moeten zijn, Denk aan de keuzevrijheid voor consument, werknemer of de vrijheid van onderzoek die moet leiden tot nieuwe innovaties.

Op iedere schaalgrootte en voor ieder gebied geldt dus de driegeleding!
Dit zelfde principe dat wiskundig zelfgelijkvormigheid wordt genoemd, zien we terug in de driehoek van Sierpinski. Op een visuele manier maakt deze oneindige driehoek duidelijk dat op ieder niveau deze drie geledingen bestaan.
Zijn dit kosmische wetmatigheden?
Driehoek van Sierpinski
Deze mooie driehoek is zeer gemakkelijk te construeren en is een voorloper van de moderne fractals. Men begint met een gelijkzijdige driehoek. Dan nemen we het middelpunt van de drie zijdes. Deze punten verbinden we zodat we een nieuwe driehoek krijgen. Deze nieuwe driehoek snijden we weg uit de eerste grote driehoek. In de zo ontstane 3 driehoeken passen we deze operaties terug toe. Aldus krijgen we de volgende figuren die aan het begin van het artikel staan.

Fractals zijn meetkundige figuren, met speciale eigenschappen. De belangrijkste is de zelfgelijkvormigheid. Dat betekent dat als men een stukje van een fractal vergroot men weer de oorspronkelijke figuur verkrijgt. Deze eigenschap heeft ook nog andere gevolgen: als men slechts een stukje kent van een fractal, kan men hieruit de volledige fractal terug herleiden.!

Biografie SierpinskiWaclaw Sierpinski werd geboren op 14 maart 1882 in Warschau (toen behorend bij Rusland maar nu Polen) en hij stierf op 21 oktober 1969 in Polen. Hij was de zoon van een dokter en zijn talent voor de wiskunde bleek al op de lagere school. Dat hij ook was begaan met zijn medemensen kwam naar voren uit het feit dat hij stiekem les gaf aan jongens die geen geld hadden om naar school te gaan.
Uiteindelijk kwam Sierpinski ondanks de problemen in zijn land toch op het "Department of Mathematics and Physics” van de universiteit van Warschau in het jaar 1900. In 1903 kreeg hij de gouden medaille als erkenning voor het beste verslag door een student over de cijfertheorie van Vorony. Hij haalt zijn universitaire graad in de wiskunde.
Later zal ook een doctoraat behalen in de filosofie in 1906 aan de Universiteit van Krakau. Vanaf 1908 is hij als hoogleraar verbonden aan de Universiteit van Lvov. Jaren later zal hij een aanbod krijgen om aan de Universiteit van Warschau te doceren. In 1919 keert hij dan terug naar zijn geboortestad en zal er de rest van zijn leven doorbrengen.
Hij schreef maar liefst 724 artikelen en 50 boeken en won er ook vele prijzen mee.
Hij kreeg eredoctoraten van de Universiteit van Lima, Amsterdam, Sofia, Praag en Moskou. Hij werd verkozen als buitenlands lid bij wel tien verschillende academies van wetenschappen (o.a. Nederland, Duitsland en Amerika).

Oneindige drieledigheid kan ook meer kunstzinnig worden weergegeven zoals hieronder. Dit zijn twee getekende mandala's van Leidy de Gooijer waarin ik overal een drie-eenheid zie.